Huwelijken

Uit een voorlichtingsboek voor katholieke echtparen......

Wilhelmus Willemse

De naamverbetering bij de Burgerlijke Stand van Overloon

In alle milieus werd het huwelijk vooral beschouwd als een belangenkwestie en pas in de tweede plaats als een gevoelskwestie. Huwelijkspartners waren bijna altijd afkomstig uit dezelfde sociale klasse. Je maatschappelijke positie verbeteren door een huwelijk buiten je klasse was er voor het gewone volk bijna nooit bij. Mensen zochten bij voorkeur in de eigen woonplaats. Je ontmoette elkaar bij het werk, bij de kerk, op feesten, bij kermissen of bedevaarten. Wie toch een partner zocht buiten het eigen dorp ging vaak niet verder dan een straal van zo'n 10 km. Als een meisje een vriend had uit een ander dorp, werd deze nieuwkomer vaak als een vreemde vogel gezien. Hij moest zich tegenover de plaatselijke huwelijkskandidaten verdedigen en vechtpartijen kwamen dagelijks voor.

Een bastaard of een onwettig kind is verwekt en geboren buiten het huwelijk. Tussen 1750 en 1850 nam het aantal onwettige kinderen enorm toe. In de 100 jaar ervoor kwamen ze bijna niet voor. Hoe kan dat ? Sommigen leggen een verband met de groei van de arbeidersklasse. Anderen menen dat het feit dat vrouwen vaker buitenshuis gingen werken een rol speelde. Ze verhuisden naar de stad waar geen sociale controle van ouders en buren was. De economische situatie van de late 18e en het begin van de 19e eeuw speelde wellicht ook een rol. Door de toenemende armoede stelden koppels het huwelijk langer uit. De periode tussen de puberteit en het huwelijk werd daardoor langer. Seksualiteit voor het huwelijk was volgens de kerk uit den boze. Dit naleven moet voor jongeren de nodige frustraties hebben opgeleverd !

De meeste onwettige kinderen werden geboren bij dienstmeiden, dagloonsters, spinsters en fabrieksarbeiders. Dienstmeiden werden vaker aan seksueel misbruik blootgesteld. Ze waren direct afhankelijk van hun baas, waardoor ze handtastelijkheden moeilijk konden bewijzen.

De toekomst voor ongetrouwde moeders was niet rooskleurig. Zwangere vrouwen deden er vaak alles aan om  de vader alsnog te strikken voor een huwelijk. Lukte dit niet dan restte werkeloosheid en armensteun. Slechts 40% van de vrouwen slaagde erin om na de bevalling alsnog te trouwen. Sommige vrouwen verhuisden naar de stad om hun zwangerschap te verbergen en de familie de schande te besparen.

Een jonge man trad pas in het huwelijk als hij in zijn eigen onderhoud kon voorzien. In crisistijd werd het huwelijk dan uitgesteld tot betere tijden. Fabrieksarbeiders en werkmannen trouwden gemiddeld boven de 30, vrouwen boven de 25 jaar. Boerenzonen moesten wachten tot het overlijden van hun vader en dan de boerderij konden overnemen. Ook was er een grote groep die niet trouwde, ongeveer een derde. Pas tegen het einde van de 19e eeuw daalde, met het intreden van de industriële revolutie, de huwelijksleeftijd snel.

Ouderlijke toestemming was nodig voor jongens beneden de 25 en meisjes beneden de 21 jaar. Op drie achtereenvolgende zondagen werd het aanstaande huwelijk aangekondigd. Wanneer er geen bezwaar werd gemaakt, verklaarde de ambtenaar van de burgerlijke stand de echtgenoten tot man en vrouw. Velen kozen daarnaast ook nog voor een kerkelijk huwelijk.  Zeker in de oudste huwelijksakten zie je vaak dat bruid of bruidegom of hun ouders niet in staat waren te ondertekenen. Akten van de Burgerlijke Stand worden altijd in tweevoud opgemaakt. Een gaat naar de gemeente waar de gebeurtenis plaats vond. De ander gaat via de rechtbank naar het provinciale archief. Voor de kerk was het huwelijk belangrijk : er moesten veel kinderen worden voortgebracht, partners konden elkaar wederzijds steunen en het diende voor de inperking van 'de vleselijke lusten'. Huwelijken werden bijna altijd gesloten in de woonplaats van het meisje.

Het overlijden van een van de partners was de meest voorkomende reden om het huwelijk te ontbinden. Echtscheidingen kwamen vrijwel nooit voor. "Wat God heeft verbonden, zal een mens niet scheiden" heette het. 

Een huwelijk kon ook nietig verklaard worden door de scheiding van tafel en bed. Het gemeenschappelijke leven van de echtgenoten werd dan opgeschort. Ze hoefden niet meer samen te wonen en waren niet meer gehouden aan de echtelijke plichten. Het nadeel was dat de partners gehuwd bleven en niet konden hertrouwen. Met de Franse wetten van 1792 werd scheiden eenvoudiger. Het aantal feiten waarop het werd toegestaan waren beperkt tot overspel, gewelddaden, mishandelingen en veroordeling tot een vernederende straf.

In deze stamboom is het huwelijk tussen Gerrit Spierenburg en Helena Theodora Henkelman, na ruim twee jaar, in 1925 ontbonden wegens overspel van Gerrit.

Vanaf de jaren 30 van de 20e eeuw werden de toelatingseisen voor echtscheiding versoepeld. Vanaf de jaren 80 komen echtscheidingen regelmatig voor......

Na het overlijden van de partner hertrouwde men soms. Mannen hertrouwden sneller dan vrouwen. Zo'n derde deel van de mannen hertrouwde binnen een jaar na het overlijden van de echtgenote. Het rouwproces van de vrouw duurde langer, ongeveer negen maanden en moest publiek gemaakt worden. Hoe meer kinderen een weduwe had, hoe langer het duurde voor ze opnieuw trouwde. Ook de leeftijd van de kinderen speelde daarbij een rol. Vrouwen die zich financieel konden redden hertrouwden niet zo snel en gingen vaak inwonen bij een zoon of schoonzoon. Voor de vrouw bracht het weduwschap vaak een verslechterde materiële situatie met zich mee. Ook stond de maatschappij negatief tegenover een tweede huwelijk voor vrouwen. Dit werd aangezwengeld door de kerk. De kerk was geen voorstander. De vrouwen werden gehekeld omdat ze hun lusten niet zouden kunnen bedwingen ! De enige rechtvaardiging was dat de partners elkaar konden steunen. Hertrouwen bij weduwnaars was meer geaccepteerd. Zij konden de zorg voor de kinderen gebruiken als reden. Werken in het huishouden was voor mannen taboe !

Ook in deze stamboom zijn voorouders soms meerdere keren getrouwd. Zoals Jurrrianus Pels (1815-1873). Hij trouwde drie keer. In 1848 met Clasina Lancee; in 1852 met Hendrica van Dijk en in 1863 met Geertruida Nagtegaal !

Maar ook Johanna Spierenburg trouwde drie keer. Dat is voor een vrouw bijzonder ! Zij trouwde in 1845 met Arend Augustinus (van) Neijendaal, in 1848 met Johannes van Berkel en een jaar later in 1849 met Bernardus Bongenaar !

Anderen (her)trouwden op latere leeftijd.

Gerrigje de Bruin was 60 jaar toen zij trouwde met Willem van Zoelen die 62 jaar was. Johanna Aartsen Bakker was zelfs 73 jaar toen zij in 1800 trouwde met Ferdinant van de Brink. Aafje Jansdr Versteeg was 62 jaar toen zij trouwde met Cornelis Pietersz de Wit.

 

Grote gezinnen met meer dan tien kinderen komen geregeld voor.

Arie Spierenburg (1868-1945) en Marianna Hensen (1870-1839) kregen 14 kinderen.

Mijn oma komt ook uit een groot gezin. Haar ouders Wilhelmus Antonius Volle bijgenaamd Roman (1867-1912) en Clasina Spierenburg (1866-1936) kregen 16 kinderen. Zij zijn geboren in 1888, 1889, 1890, 1891, 1892, 1894, 1895, 1896, 1897, 1899, 1900, 1902, 1903, 1905, 1906 en 1909. Sommige kinderen zijn levenloos geboren. Het was in die tijd niet verplicht om de duur van de zwangerschap te vermelden bij de burgerlijke stand. Het kan zijn dat er soms sprake was van een miskraam of vroeggeboorte.

Ook mijn grootvader Wilhelmus Willemse komt uit een groot gezin. Zijn ouders Peter Willems en Geertrui van der Haar hebben 13 kinderen gekregen. Zeven jongens en zes meisjes, geboren in 1872, januari 1874, december 1874, 1876, een tweeling in 1877, 1878, 1879, 1882, 1883 en nog een tweeling in 1884.  De laatste in de rij is mijn opa, geboren in 1887.

 

Opmerkelijk :

Jan Pieterse Pels (1681-1745) hertrouwt  in 1722 binnen zes weken ! Aagje overlijdt op 10 november; hij hertrouwt met Grietje op 20 december...........Het huwelijk moest ook nog op drie achtereenvolgende zondagen zijn aangekondigd.......nounounou.......dat is wel heel rap..... En.....Grietje bevalt in maart van het volgende jaar van een kind !

Betovergrootvader en betovergrootmoeder Wilhelmus Willems (e) (1804-1884) en Sophia Peterse (1818-1875) trouwen in 1873. Zij hebben dan acht kinderen en zijn zelf al op leeftijd ! Alle kinderen zijn tussen 1835 en 1857, dus ver voor hun huwelijk, geboren ! De meeste kinderen zijn al volwassen.

Sterker nog : zes kinderen trouwen eerder dan vader en moeder ! Antonia en Maria in 1860; Gerarda in 1863; Willem in 1866; Sophia in 1870 en Peter in 1871 !!!

Om met Sophia te kunnen trouwen moet Willem zijn geboorteakte overleggen. Hij wordt hierin ten onrechte vermeld als Wilhelmus Willems Pomp. Om deze fout te herstellen moet een verzoek tot naamverbetering en geboorte-en overlijdensakten van zijn vader Gerrit  worden ingediend bij de rechtbank van 's-Hertogenbosch. Hieraan zijn echter kosten verbonden. Mogelijk heeft zijn arm bestaan deze naamverbetering en dus het huwelijk jarenlang tegengehouden. Willem kan de rechtbank overtuigen van de fout. Blijkens een akte van onvermogen is Willem niet in staat de gerechtskosten te betalen. Uiteindelijk is de naamverbetering in 1868 kosteloos  uitgevoerd. En worden de geboorte-en doopakten van Willem officieel aangepast in Wilhelmus Willems. Toch is er in de loop der tijd een e achtergekomen !

Willem en Sophia trouwen op 12 maart 1873 in Utrecht. Sophia overlijdt ruim twee jaar later.

 

Bronnen :

* https://www.bhic.nl

* https://wiewaswie.nl

* https://tiggelen.net/nl

Boven : opa Willemse en ome Wim in de groentetuin op het fort, vermoedelijk vlak na de tweede wereldoorlog.

Wilhelmus Willems Pomp wil trouwen met Sophia Peterse. Bij de rechtbank van 's-Hertogenbosch vraagt hij in 1868 naamverbetering aan.

In naam des konings !

Sophia en Willem trouwen in 1873 in Utrecht.